Leerdoel

'Meer oog hebben voor een ander'

Voorwoord

Meer oog hebben voor een ander is echt een uitdaging voor mij. Ik ben bijvoorbeeld erg overtuigd van mezelf. Door meer oog oog te hebben voor een ander, hoop ik meer te zorgen voor harmonie en een prettig sfeer binnen het team te krijgen. Ik merk dat dit niet altijd van toepassing is. Mensen zien mij dan niet als vertrouwenspersoon (Bijvoorbeeld niet durven te vragen waardoor er bepaalde dingen gebeuren die niet wenselijk zijn). Ook op privé front merk ik dat de eigenschap overtuigd van mezelf niet altijd ten goede is. Mijn moeder zegt wel eens, 'Sander, jou mening is niet de onze, probeer ons ook mee in te nemen'. En op werk merk ik dit ook. Bijvoorbeeld bij prioriteiten stellen: Erica vond dat de balans afgerond moet worden, terwijl ik vond dat de kerstbomen neergezet moesten worden. Hierdoor bots ik nog wel is met mensen. Door meer te luisteren en begripvoller te zijn, hoop ik deze leerdoel te ontwikkelen.

Om meer oog te hebben voor een ander heb ik meer informatie gezocht. Ik kwam uiteindelijk op de volgende site: gesprekstechnieken.com. Deze site gaf aan dat er vier punten zijn om je empathie te vergroten

1. Neem de tijd en een rustig gesprek. Tijd nemen en een rustige ruimte zitten zorgt ervoor dat je meer aandacht voor het gesprek dat je voert met een ander.

2. Stel vragen. Door vooral open vragen te stellen zorg je ervoor dat je stap voor stap meer van zijn verhaal los te laten. Voorbeeld: Wat vond je daarvan?

3. Erken de gevoelens van een ander. Juist om rekening te houden met een ander en je woorden inslikt, voelt de ander sneller gehoord en begrepen.

4. Reflecteer en vat samen. Vat samen wat de ander zegt, dan laat je zien dat je een actieve luisteraar bent. Met een paar woorden kun je altijd laten blijken dat je het gevoel begrijpt.

Door dit te gelezen te hebben hoop ik dat het mij helpt om meer inlevingsvermogen te hebben voor een ander.

Ontwikkeling leerdoel moduul 7

Situatie 1

Mijn leerdoel is om meer oog te hebben voor een ander in plaats van overtuigd te zijn van mezelf. Sinds mijn overplaatsing naar Lelystad ben ik meer gaan richten op een ander. Een docent op mijn MBO 4 opleiding heeft namelijk is gezegd: 'Ik zie potentie in je. Maar pas op dat je geen mensen in jou wagonnetje verliest. Kijk ook naar deze mensen om'.

Toen ik naar Praxis Palazzo ging was mijn instelling nog meer om minder overtuigd te zijn van mezelf. Een van me eerste werkdagen kwam ik echter een collega tegen, rond de 30, die vrij stellig was. Zij was nog geen 7 maanden in dienst maar kon mij van alles wijs maken. Er was geen ruimte voor verandering. De afdeling heeft namelijk veel roulatie gekend met betrekking van collega's. Haar irritatie was dat collega meer wisten of bepaalde werkzaamheden anders doen dan wat ze gewend was. Hier kon ze niet tegen en was niet van plan om van haar vastigheid te veranderen. Aangezien ik van de winkelmanager de opdracht heb gekregen om sturend leiding te geven op de afdeling, botste zij veel met mij. Bepaalde patronen om de dag te beginnen waren niet te breken. Het was voor mij lastig om met haar te werken.

Voordat ik achter kwam dat ik overtuigd ben van mezelf, zou ik van deze situatie weglopen en haar ontwijken. Mijn DISC zegt bijvoorbeeld: 'Wanneer iemand jou in de weg staat om je doel te bereiken, dan werk je tactisch om de weerstand heen en bereik je wat je wilt bereiken'. In plaats van de situatie weg te lopen, heb ik besloten om op haar af te stappen en met haar in gesprek te gaan in een rustige ruimte. Hiervoor heb ik ook de LSD-methode toegepast zoals in de introductie genoemd.

Ik heb tegen haar het volgende gezegd: 'Ik merk dag wij langs elkaar heen lopen. In plaats van dat wij samen werken, werken wij meer tegen elkaar in. Dit is uiteraard niet de bedoeling. Ik ben benieuwd of jij dit ook zo ervaart en hoe we dit zouden kunnen oplossen'. 

Ik heb bij haar de verantwoordelijkheid gelegd hoe we dit zouden kunnen oplossen. Dit heb ik toegepast omdat iemand overtuigd is van haar zelf, moeilijk is om iets over te brengen. 

Zij, Daisy, antwoorde het volgende: 'Ik merk dat wij inderdaad langs elkaar heen lopen. Ik vind het lastig dat ik veel collega's heb gehad op de afdeling die het beter wisten. Ik heb er moeite mee dat jij nu dingen verteld dat weer anders is dan wat mij verteld is. Dan gaan we het weer anders doen en ik weet dat ik het goed doe. Daarom ontwijk ik je liever en dan kan ik mijn ding doen. Om heel eerlijk te zijn vind ik het fijner dat jij er niet bent, want dan kan ik me dag zelf in plannen'.

S: 'Het is voor mij niet goed om te horen dat jij het fijner vind als ik er niet ben. Uiteindelijk moeten we het met elkaar doen. Het is natuurlijk onmogelijk om de afdeling in je eentje draaiende te houden. Aangezien jij het lastig vind om met mij samen te werken, stel ik voor dat jij je planning maakt en dat je die aan mij verteld. Zo weet ik wat jij doet en kan ik mij daar op aanpassen. Tevens zorgt het ervoor dat wij geen dubbel werk doen. Is dat een Plan?'

D: Ja, dat gaan we doen! Hopelijk liggen we dan meer op één lijn.'

Reflectie:

Zoals de situatie zich voordoet, merk je dat ik in plaats van de situatie wegloop, juist met haar in gesprek ga. Zo verlies ik dus minder mensen in mijn wagon. Nu maakt zij haar eigen planning en is het aan mij om daar akkoord aan te geven. Ik ben blij dat we met elkaar in gesprek zijn gegaan en je merkt aan de afgelopen weken dat we veel meer op één lijn liggen. Om haar meer vertrouwen te geven (door een eigen planning te maken), zorgt het ervoor dat zij en ik meer motiverend aan het werk zijn. 

De keuze op 'een eigen planning maken' viel omdat sommige collega's de indruk kregen dat zij niet 'veel uitvoerde' tijdens haar dienst. Om haar een planning te geven die ze in dit geval zelf maakte, zorgde het ervoor dat ik als afdelingsverantwoordelijke de controle had over de afdeling.  


Situatie 2:

In mijn DISC staat onder kopje 3 persoonlijke groeimogelijkheden; 'Tracht meer vertrouwen op anderen en laat anderen ook verantwoordelijkheid nemen.' Je bent taak gericht en kan daardoor afstandelijk zijn'. Ik kom met een doel naar Lelystad. Niet alleen om centjes te verdienen, maar om mij zelf te ontwikkelen. Dit is ook wat mijn winkelmanager Remco van mij verwacht. Weliswaar is Rodney de plaatsvervanger eindverantwoordelijke van de afdeling, Het is mijn taak om de lijntjes goed uit te zetten op de afdeling. 

De winkel is groter dan wat ik gewend bent. In alles, zowel omzet als personeel als in grote van de winkel. Hierdoor betekent dat je nóg meer samen moet doen. Ik moet zeggen dat ik dat lastig in het begin vond. Het is moeilijk om 7 á 8 mensen te begeleiden in de werkzaamheden op het werk. Vooral als je van jezelf weet dat ik liever alleen werk dan met anderen. 

Op een drukke donderdag op het werk kregen wij leveringen van leveranciers en hadden we veel klanten in de winkel. Ik had samen met drie andere collega's die ook de dagdienst werkten de werkzaamheden op die dag verdeeld. Onverhoopt werd er toch meer geleverd dan gedacht. We kwamen in de knoei met pauzes. Mijn winkelmanager had al eerder die week gezegd tegen mij om minder hooi op mijn vork te nemen en meer de lijntjes uit te zetten. Ik heb besloten om die dag meer vertrouwen te geven in mijn personeel dat op de afdeling liep. 

Er werden veel bestrating en zand geleverd. Hierdoor hebben wij vergist in de ruimte die wij op het buitenterrein hadden (dit is tevens ook het verkoopterrein). Hierdoor heb ik één medewerker gevraagd om te gaan lossen, 1 op pauze te sturen en ikzelf ruimte te maken voor de bestrating en zand. Na een tijdje was de collega op pauze weer terug. Voorheen zou ik besloten hebben om de collega in de winkel te sturen en verder bezig te laten gaan met de standaard werkzaamheden. Omdat mijn winkelmanager mij verteld had om minder hooi op mijn vork te nemen heb ik anders gehandeld. Ik heb de collega die terug was van pauze gevraagd om de goederen een plek te geven. Bepaalde goederen moesten op bepaalde plekken en dit heb ik haar doorgeven. De andere collega was nog bezig met het lossen van de bestrating. 

Toen ik terug was van mijn verdiende pauze was ze nog bezig met het plaatsen van goederen. Dit heeft ze goed gedaan en ik was mij met de collega die de vrachtwagen loste. Ik heb mijn waardering uitgesproken naar beide collega's. Het gaf me ook rust dat ik geen omkijken had en minder hooi op mijn vork hebt geschept.

Reflectie:

Door meer vertrouwen te geven aan anderen en ook verantwoordelijkheid aan hen te delegeren, heeft dit voor meer rust bij mij gezorgd. Desniettemin dat ze de overdracht niet helemaal begreep (bijv. opsluitbandjes op elkaar i.p.v. naast elkaar) heb ik de touwtjes wel uit handen kunnen geven. Dit geeft mij rust en geef het team en mij de indruk dat we meer samen werken dan ieder voor zich. Ik ben blij met resultaat en ik hoop dat dit meer in de toekomst gebeurd. Hierin ga ik uiteraard mijn best voor doen!


Situatie 3:

In mijn tweede week van mijn periode in Lelystad kwam er een nieuwe medewerker in dienst. Rodney, de plaatsvervangende winkelmanager had ik gevraagd of ik deze medewerker mocht begeleiden op zijn eerste werkdag. Ik kreeg hier akkoord voor. De reden waarom ik dit gevraagd had is omdat ik in Emmeloord dit niet heel graag deed en het pas deed, wanneer dit van mijn winkelmanager gevraagd wordt. Ik ben uit mijn comfortzone gestapt.

In mijn DISC staat; 'Probeer wat hartelijk en oprechte interesse te tonen'. Wederom een punt die uit mijn comfortzone zit. Daarom is het goed dat ik deze medewerker begeleid heb. Ik heb hem verwelkomt en de spullen / kleding gegeven die hij nodig had. Na het omkleden heb ik hem gevraagd of hij het spannend vond. Viel mee zei hij, het is vooral gezonde spanning. Ook wederom een vraag die een jaar geleden niet uit mij zou komen. Hierbij heb ik ook 'wat hartelijkheid en oprechte interesse getoond'. Ik kwam er bijvoorbeeld ook achter door wat aan hem te vragen dat hij ook aangenomen was bij een andere baan die ook een proefperiode geboden had. Omdat dit zijn eerste 'echte' was, was het voor hem een oriëntatie of het werk bij de Praxis paste. 

Na het standaard rondje van de winkel heb ik hem werkzaamheden toegedeeld. Samen met een andere collega heeft hij de werkzaamheden uitgevoerd. Ik heb hem regelmatig in de gaten gehouden en waar nodig hem ondersteund. 

Na verloop van tijd hadden we samen pauze. Normaliter ben ik niet van de persoonlijke praatjes, maar heb hem wat persoonlijke vragen gesteld. Hij had het bijvoorbeeld dat dit zijn eerste 'echte' baan was. Ik vroeg wat hij met 'echte baan' bedoelde. Zijn pa zat in de computers en hier en daar wat bijverdiende. Daarnaast vroeg ik hem hoe het aan toe ging op het werk. Hij vond het leuk maar druk. Veel klanten die hem stoorden tijdens de werkzaamheden. Dat vond hij enigszins vervelend. Maar zijn eerste indruk was zeer positief. Dat was fijn om te horen.

Reflectie:

Door oprechte interesse te tonen aan de collega zorgde ervoor dat ik de indruk kreeg dat hij zich welkom voelde. Dat was ook mijn doelstelling om hem welkom te laten voelen. Daarnaast zat nog een collega die langer dan 25 jaar in dienst was in de kantine. Hij gaf mij een compliment dat ik hem vroeg wat hij vond van zijn werkdag. Van deze collega is het belangrijk dat we naar elkaar omkijken en vragen hoe het gaat. Deze compliment heb ik als zeer positief beschouwen. Ik hoop dat ik in de toekomst meerdere soortgelijke momenten komen. Zo kan ik mijn oprechte interesse en hartelijkheid verbeteren!

© 2024 Professionele Persoonlijke Ontwikkeling van Sander Neleman. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin